dinsdag 10 juli 2012

Gent,


Dag Heidi,

‘Spijt’ gaat nu misschien wel net iets te ver ;-). Maar het leren van woordjes kan zonder twijfel veel aangenamer gemaakt worden. Misschien moeten we daar eens over doorbomen als je terug in het land bent?

De tweede kinderkamer vlot goed. We hebben beslist om het plafond in een wolkenhemel te schilderen en dat is toch wel een beetje doordat jij me op ideeën bracht!

Het lezen van je vorige blog riep een aantal beelden bij me op. Taal is als de taal van het zijn, zoals wolken de wolken van de hemel zijn

Ken je deze leuke vondst van Roger Raveel (1968)? Dit is een Karretje om de hemel te vervoeren. Het bovenste vlak van de kubus op wielen is een spiegel. In de spiegel zie je (als de kar buiten staat tenminste) de weerspiegeling van de hemel. Misschien kan je zo ook de hemel vervoeren? Ik vind dit een fascinerend beeld omdat het je doet afvragen waarom je hemel zou willen vervoeren? Misschien wil je die hemelmomenten van heldere dagen of mooie wolkenformatie bijhouden en verzamelen? Maar eigenlijk is de hemel er toch altijd… zoals het zijn er steeds is. Het kan dat we een vehikel uitvinden om het zijn zichtbaar te maken zoals de hemel in de spiegel op de kar verschijnt. Maar het zijn vervoeren, zal het zijn dan toch weer veranderen: verdwijnen en verschijnen? En een spiegelbeeld is ook maar een beeld.

Bij de huisbewaarders van het 'huis van het zijn', stel ik me mensen voor die taal gebruiken en dus de taal cultiveren door de taal te laten groeien, nieuwe woorden te bedenken en creatief te zijn met taal. Maar daarnaast gebruiken ‘gewone mensen’ toch ook ‘gewone taal’ om ‘gewone dingen’ te zeggen. Als je telkens op zoek moet gaan naar meerdere betekenissen in woorden dan gaat het ook niet meer vooruit, hé (blog 15 mei 2012). Bij de huisbewaarders van taal stel ik me alvast niet dit personage voor:



Dit is de versie van Jan Fabres De man die de wolken meet die sinds 1999 op deSingel in Antwerpen staat (er staat ook een versie op het S.M.A.K. in Gent, maar daar heb ik geen mooie foto van). De kunstenaar probeert in dit beeld het universum op te meten om het op die manier te kunnen grijpen en begrijpen. Een onmogelijke opdracht, als je het mij vraagt, die bovendien z’n doel voorbijschiet. Taal opmeten en bijvoorbeeld in woordenboeken proberen vatten (blog 18 mei 2012), is van dezelfde orde, toch?

Het is natuurlijk altijd gemakkelijk om commentaar te geven en te zeggen wat het niet moet zijn, maar ik denk dat ik ook een ideaal beeld of misschien zelfs ideaalbeeld gevonden heb bij de idee dat zijn altijd onderweg is naar taal (blog 8 juli 2012):


René Magritte heeft dit schilderij in 1953 La reconnaissance infinie genoemd. Het is alvast duidelijk dat hierin niet de platgetreden paden bewandeld werden. Magritte zou ooit gezegd hebben: “Ik breng het denken in beeld en maak daardoor iets mysterieus.” En daar is het ‘mysterieuze’ weer!

Ik vroeg me af of er een directe connectie is tussen Magritte en Heidegger. Op internet vond ik dat Magritte geïnspireerd zou zijn door Heidegger. In 2004 scheef Annemie Tormans een eindverhandeling over Magrittes werk waarin ze linken met filosofen onderzocht. Zij ontdekte onder meer dat Magritte rond 1954 met de Leuvense professor de Waelhens correspondeerde over de filosofie van Heidegger. Volgens Kaulingfreks, in Mijnheer Iedereen, toont Magritte in zijn werk de oorsprong van de dingen. Namelijk dat wat alle interpretaties en kaders waarin wij de werkelijkheid vatten en benoemen voorafgaat. Deze oorsprong is het mysterie. Ik denk dat onze cirkel rond begint te worden, Heidi.

Als je schrijft dat Heidegger omschrijvingen en vergelijkingen zoekt om uit te leggen wat hij wil zeggen, dan vind ik dat het hem in zekere zin menselijker maakt. Ik vind het steeds meer begrijpbaar. Dit begint eigenlijk best plezant te worden; kijk hoelang deze blog geworden is (en dat terwijl ik het in het begin erg moeilijk vond). Misschien is het toch steeds zoals met die woordjes dat je toch eerst een beetje door de zure appel heen moet, of moet durven springen, voor je resultaten plukt en ziet.

Het feit dat het vakantie is, helpt natuurlijk ook wel om hier wat meer tijd in te steken ;-). Als ik na het gipsplaten afmeten en uittellen en het vreselijk lastige schuren heen ben, dan is het in alle lichamelijke vermoeidheid nog net mogelijk een stukje niet gebruikte hersenenergie hieraan te besteden.

Hopelijk viel de nachttrein goed mee en vertel je me binnenkort boeiende verhalen uit Zeggen. Vertel me dan ook eens wanneer je terugkomt, want de terugreis kan je toch niet tot in het oneindige uitstellen.

Tot binnenkort?



Siebe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten