maandag 30 april 2012

Daseinstadt,


Hoi Siebe,

Ritme en routine zitten er voor mij niet in voorlopig. Iedere dag is totaal anders als je reist. Ik leer tijd anders te appreciëren, want het reizen doet wel iets met mijn tijdsbeleving. Je wijst me er terecht op dat reizen ontspannend en inspirerend kan zijn. Bij elke vertraging en bij elk wachten probeer ik die tijd te interpreteren als gewonnen tijd. Tijd waarin je misschien dit en dat niet kan doen, maar wel de mogelijkheid biedt om dan maar iets anders te doen; te observeren of te denken. Vaak heb ik het gevoel teveel te denken en te overdenken en nog eens in gedachten door te lopen wat ik wil gaan doen. Maar tijd die je niet kan besteden om dit of dat te doen, kan je altijd gebruiken om te denken… Als ik ’s morgens te vroeg wakker word, probeer ik me ervan te overtuigen dat dit me extra tijd geeft om te denken; om eens rustig te denken…

Op internet vond ik op de website www.ishs.hu (International Society for Hermeneutics and Science) het artikel Einstein’s time in Heidegger's context. Het is dus niet zo gek het begrip tijd bij beide intelligentsia te vergelijken. Volgens mij gaat het er voor Einstein over dat hij een wiskundige formule vond die tijd en ruimte verbindt. Heidegger is niet zozeer geïnteresseerd in de verhouding tussen tijd als ruimte. Hij stelt dat Dasein zowel beïnvloed wordt door tijd en ruimte. Het gaat dus niet over de relatie tussen tijd en ruimte, maar wel over de relatie tussen enerzijds Dasein en anderzijds tijd en ruimte. Tijd en ruimte worden hier in één adem genoemd om aan te tonen dat het geheel van tijd en ruimte een invloed heeft, niet om het onderscheid ertussen aan te tonen. Als je een tijdsaanduiding als een plaatsaanduiding ziet, kan je waarschijnlijk deze tweedeling overstijgen. Je gaat immers op zoek naar wat aan de grondslag van beide ligt, namelijk de aanduiding.

Ik denk dat je volgens Heidegger niet kan weten wie je bent. ‘Wie’ definiëren is onmogelijk omdat je niet weet welke invloeden je ondergaan hebt. Er is geen strikte scheiding tussen Dasein en de wereld van Dasein. De wereld is door Dasein gesocialiseerd te hebben, een deel van Dasein geworden en Dasein is een deel van de wereld. Het klopt dat het zelfbewustzijn van jezelf daardoor vervaagd is. De keuzes die Dasein maakt, worden door het in-de-wereld-zijn van Dasein beïnvloed. Ze zijn dus nooit helemaal vrij; ook als Dasein denkt dat het om een vrije keuze gaat. Wat Heidegger over “durf denken” zou zeggen, daar moet ik nog eens over nadenken. Ik probeer eerst in te gaan op je andere vragen.

Er is niet alleen menselijk Dasein. Ik vertrok vandaar in mijn vorige brief omdat ik ervan uitging dat die invalshoek het voor jou meest aanschouwelijk zou zijn. Zelf kan ik me daar het meest bij voorstellen.

Heidegger heeft het over andere vormen van Dasein. Een Dasein is een zijnde dat zijn eigen zijn begrijpt. “Dasein versteht sich in irgendeiner Weise und Ausdrücklichkeit in seinem Sein.” (Heidegger, Sein und Zeit, p. 12). We moeten op zoek naar zaken die zichzelf verstaan in het eigen zijn. Heidegger geeft dit genuanceerd weer door te stellen dat dit “op één of andere wijze en meer of minder nadrukkelijk” is. Culturen en wetenschappen bestaan op dezelfde manier als Dasein. Hun activiteiten bevatten ook een interpretatie van wat het is een cultuur of een wetenschap te zijn (Dreyfus, p. 15).

Ook taal is een Dasein. Taal is meer dan de totaliteit of de som van woorden. Taal bestaat, net zoals Dasein bestaat (Dreyfus, p. 15). Ze hebben dezelfde structuur (Dreyfus, p. 218). Taal als Dasein is het zijn van de taal en de zelfinterpretatie van de taal door de taal.

Ik geef hieronder een voorbeeld van hoe, volgens Heidegger, taal zichzelf interpreteert. Dit voorbeeld kan je vergelijken met het overstijgen van het onderscheid subject-object. Het gaat over ‘in’. Heidegger stelt zich de vraag wat ‘in’ in ‘in-zijn’ wil zeggen. Hij heeft het dan over in-de-wereld-zijn. Heidegger heeft het bijvoorbeeld over water in een glas: “Wir meinen mit dem »in« das Seinsverhältnis zweier »im« Raum ausgedehnter Seienden zueinander in bezug auf ihren Ort in diesem Raum.” (Heidegger, Sein und Zeit, p. 54). Of vertaald: “Met het ‘in’ doelen we op de onderlinge zijnsverhouding van twee zijnden [water en glas] met een bepaalde uitgebreidheid ‘in’ de ruimte en met betrekking tot hun plaats in die ruimte.” (Heidegger, Zijn en tijd, p. 81). We kunnen dit de letterlijke of objectieve betekenis van ‘in’ noemen.

Volgens Heidegger is ‘in-de-wereld-zijn’ een andere manier van zijn, het gaat niet zomaar over letterlijk in de wereld zijn. “»in« stammt von innan-, wohnen, habitare, sich aufhalten;” (Heidegger, Sein und Zeit, p. 54). Het gaat dus over meer dan letterlijk op een plaats en in een bepaalde tijd zijn. Het gaat eveneens over de band met die plaats en die tijd; eerder ‘thuis’ dan ‘in huis’.

Dasein is steeds in-de-wereld-zijn (Heidegger, Sein und Zeit, p. 54). Volgens Heidegger is deze betekenis van ‘in’ (vb. thuis) oorspronkelijker dan wat ik daarnet de letterlijke betekenis (vb. in huis) noemde. Is ‘in’ als in het voorbeeld ‘thuis’ dan figuurlijk? Ik denk het niet. Dreyfus stelt het zo: “Heidegger wants us to see that at an early stage of language the distinction metaphorical/literal has not yet emerged.” (Dreyfus, p. 42)

Een bezoek aan de het vergezicht van Figuurlijk staat inderdaad op mijn verlanglijstje. Ik beloof je erover te schrijven. Over opdringerige verkopers heb ik al heel wat gelezen in reisverhalen. Ik hoop inderdaad dat ik daar enigszins van gespaard blijf. Blijkbaar is het geen voordeel als vrouw alleen te reizen; jammer maar helaas…

Dikke kussen,



Heidi

zaterdag 28 april 2012

Gent,


Dag Heidi,

Ilse is weer aan het werk. Ze heeft het nu moeilijker om zich weer aan te passen aan het werkritme dan na de bevalling van Lars. Zelf heb ik daar weinig moeite mee. Het is ongelofelijk hoe snel ik wen aan de nieuwe routine. Ik hou ervan dat alles opnieuw zijn ritme vindt. Dat zal wel de aard van het beestje zijn, gecombineerd met een zekere beroepsmisvorming.

Richting het Objectgebergte, zeg je? Dat is pas de wijde wereld in! Ik veronderstel dat Figuurlijk ook op je programma staat? Daarover moet je me zeker je indrukken beschrijven. “Bestemming: Beter” is één van de slogans van onze spoorwegen tegenwoordig. Als er niet teveel toestanden zijn met aangevroren wissels, bladeren op de sporen, geknakte bovenleidingen, … is het reizen met de trein in mijn beleving erg ontspannend en inspirerend.

Als ik je goed begrijp is onze manier van interpreteren en denken dus in zekere zin relatief; relatief in tijd en ruimte? Dat doet me aan Einstein denken. Einstein verbindt ook tijd en ruimte.

Terwijl een plaatsbepaling drie coördinaten veronderstelt, wordt tijd toch beschouwd als een vierde dimensie? In verschillende opzichten liggen tijd en ruimte eerder in elkaars verlengde. Onlangs ging ik naar een tentoonstelling van het Liber Floridus: een middeleeuws handschrift; een encyclopedie eigenlijk. Daarin staan verschillende kaarten die de wereld en de kosmos weergeven. Het viel me op dat vele van die kaarten uit verschillende sferen bestaan en dat tijd daar vaak ook in één van die cirkels wordt afgebeeld. Meestal is dat in de vorm van afbeeldingen van maanstanden.


Als je naar de kern van de zaak gaat, is tijd in feite ook een plaatsaanduiding. Want je tijd wordt bepaald door je plaats op de aarde ten opzichte van de zon.

Je vertelt dat Dasein zich niet bewust is van de invloeden van de omgeving. Dasein is dan als het ware voorgeprogrammeerd door socialisering. Wil dat dan zeggen dat je niet kan weten wie je bent? Of gaat het er eerder over dat je beïnvloed wordt door je omgeving, bijvoorbeeld door reclame of groepsdruk en dat je je daardoor niet bewust bent van het feit dat je beïnvloed bent? Dat je soms denkt dat je een vrije keuze maakt, maar dat dat in feite niet zo is?

Je beschrijft de menselijke manier van Dasein. Zijn er dan ook andere Daseinen? Ik kijk uit naar je voorbeeld.

Van “ik denk, dus ik ben” wordt brandhout gemaakt? Zowel het denken als het zijn in deze uitspraak worden waarschijnlijk geproblematiseerd door Heidegger. Bewust denken, trekt hij in vraag, dus kan je daar ook niets uit afleiden, gaat het zo? Descartes ziet in het denken een oplossing voor zijn twijfel, maar Heidegger stelt dat dat denken een misinterpretatie kan zijn? En sowieso is ‘ik ben’ een probleem omdat zijn een ‘hol’ begrip is. Zoiets? Wat zou Heidegger dan doen met Kants “durf denken”?

Van ‘hol’ gesproken ik hoop dat de slogan “Bestemming: Beter” voor jou zeker niet hol is en liever meer betekent dan een slogan. En laat die souvenirs maar achterwege… ik hoop dat je aan de verkopers op de toeristische plekken in het Objectgebergte kan ontsnappen. Dat schijnt daar geen sinecure te zijn.

Vele groeten,



Siebe
Daseinstadt,


Dag Siebe,

Fijn dat de crèche meevalt voor je dochter. Ilse is ondertussen weer aan het werk neem ik aan? Wat die ziektekiemen betreft, hadden jullie misschien zelf beter een ander beroep gekozen? Beiden in het onderwijs gaan, is het sowieso wel een beetje zoeken, vind ik.

Hier in Dasein heb ik al een vaste stek gevonden om mijn mails te kunnen checken. Zolang ik hier blijf zal dat geen probleem zijn. Binnenkort reis ik wel door naar het Objectgebergte. Ik heb alvast een plaatsje op de trein geboekt. Ik neem me voor om van de gelegenheid gebruik te maken om Subjectia te verkennen. Waar ik echt naartoe wil, weet ik nog niet. Maar we reizen om te leren; misschien geldt dat ook voor de bestemming.

Bij veel zaken die ik nu lees, maak ik me ook de bedenking dat ik er nooit echt bij stilstond. Veel is vanzelfsprekend, tot je er begint op door te denken. De ‘da’ in Dasein, kan je net als ‘sein’ vrij letterlijk vertalen naar het Nederlands, namelijk als ‘er’. Het kan zowel ‘hier’ als ‘daar’ betekenen (Heidegger, Sein und Zeit, p. 133). ‘Erzijn’ of ‘ergens zijn’ hangt samen met een bepaalde plaats en een bepaalde tijd. Het betekent redelijk letterlijk ér zijn zoals in ‘deel uitmaken van’. De menselijke manier van Dasein is de mens met zijn mentale toestand op een bepaalde plaats en in een bepaalde tijd. Dasein is zich eigenlijk niet bewust van het plaatselijke en het tijdelijke van zijn bestaan. Dat komt omdat Dasein gesocialiseerd is. Dasein heeft zich de cultuur van een bepaalde context (in ruimte en tijd) eigen gemaakt. Het is net dat socialiseringsproces dat ervoor gezorgd heeft dat Dasein de wereld als vanzelfsprekend ervaart.

Dasein is meer dan een zijn, het is ook de eigen interpretatie van het eigen zijn. Heidegger schrijft: “Das Dasein versteht sich selbst immer aus seiner Existenz” (Heidegger, Sein und Zeit, p. 12). Dasein begrijpt zichzelf vanuit zijn bestaan. Maar omdat Dasein de wereld als vanzelfsprekend ervaart, is het goed mogelijk dat Dasein zichzelf misinterpreteert…

Volgens Heidegger is deze interpretatie geen bewuste aangelegenheid. Dreyfus stelt dat veel auteurs die fout maakten (Dreyfus, p. 13). Volgens Dreyfus ontkent Heidegger niet dat we soms onszelf ervaren als een bewust subject. Maar dat is eerder een afgeleide van een meer fundamentele manier van in-de-wereld-zijn (Dreyfus, p. 5). De manier van in-de-wereld-zijn overstijgt de klassieke tweedeling subject-object. Heidegger stelt in vraag dat ervaring gebaseerd moet zijn op de relatie tussen een zelfbewust subject (het innerlijke) en een onafhankelijk object (het uiterlijke). (Dreyfus, p. 5)

Het is interessant, Siebe, dat je je de vraag stelt ‘wie’ dan ‘wat’ ontdekt. Volgens Heidegger is het net onmogelijk ‘wie’ of ‘wat’ te definiëren omdat we door in-de-wereld te zijn geen weet hebben van de onderliggende overwegingen die ons denken beïnvloeden. Omdat die overwegingen voor ons vanzelfsprekend zijn. In het interpreteren is Dasein er zich niet van bewust dat zijn interpreteren beïnvloed is door zijn in-de-wereld-zijn.

Het is inderdaad in de dagdagelijkse activiteiten, in het handelen, zo je wil, dat de wereld ontdekt kan worden. De betekenis van het handelen zit al in-de-wereld. Je vraag of je door te beseffen dat je in-de-wereld bent, het waarom van het zijn kan begrijpen, is hier niet aan de orde. Heidegger stelt in vraag of je wel tot een echt besef van bestaan kan komen. De onderliggende invloeden zijn moeilijk te grijpen. Daarmee gaat hij in tegen het credo van Descartes: “Je pense, donc je suis”.

In een volgende brief probeer ik een goed voorbeeld te vinden om dit te illustreren. De treinreis naar Subjectia leent zich er waarschijnlijk toe. Ik hoop je zo te blijven boeien. En je hebt zeker gelijk: de woordkeuze van Heidegger kan hier en daar wel poëtisch zijn…

In Dasein is het aangenaam vertoeven. Het gehalte Eau de Dasein valt best mee. Als je het niet erg vindt, breng ik je er toch maar geen souvenirverpakking van mee.


Tschüss!



Heidi

woensdag 25 april 2012

Gent,


Beste Heidi,

Hier is alles in orde! Ik denk dat Emma de crèche geweldig vond. Mij was ze in ieder geval direct vergeten. Ze loopt zo graag mee met grote broer. Nu maar hopen dat ze niet even vaak ziek wordt; ook al wordt ze daar zogezegd sterker van.

Goed voor jou dat je eindelijk kon vertrekken. Ik begon er al voor te vrezen dat het er niet meer van zou komen. Er bleef toch maar altijd iets tussenkomen! Zoals beloofd wil ik je pennenvriend voor onderweg zijn. Ik hoop dat je overal waar je komt even gemakkelijk toegang tot het internet vindt. Dat zien we dan wel. Ik hou onze blog in de gaten, maar ik hou het digitaal. Brieven in plastiekmapjes bewaren zal er niet bij zijn. Je zal het met me eens zijn dat dat niet meer van deze tijd is. Fijn dat je vertrokken bent, ik hoop dat je reis je brengt waar je wil komen!

De vraag naar de betekenis of de zin van ‘zijn’ lijkt me inderdaad niet in één-twee-drie op te lossen. Eigenlijk heb ik daar nog nooit echt bij stil gestaan. Maar misschien moet je me toch beter proberen uitleggen wat ik me bij ‘Dasein’ moet voorstellen. Het ‘sein’ in ‘Dasein’ zal zich wel als ‘zijn’ laten vertalen in het Nederlands. Wat is dan precies ‘da’? (Nu heb ik ook weer ‘is’ gebruikt …)

De wereld wordt ontdekt in de dagdagelijkse activiteiten van het in-de-wereld-zijn. Wie ontdekt dan wat? Begrijp ik het goed dat doordat je in de wereld bent, dat je het ‘zijn’ ontdekt, dat je ‘er bent’? Is het dan zo dat je ontdekt wie je bent door te zijn? Wacht, nee, je schrijft: “In de activiteit wordt duidelijk hoe het zijn is.” Dus je moet niet enkel (aanwezig) zijn maar handelen om te ontdekken wie je bent.

Dat de betekenis van dat zijn in de wereld zit, lijkt me het omgekeerde van wat erboven staat. Je bekijkt het dan van de andere kant. Door te beseffen dat je in de wereld bent, begrijp je het waarom. Bedoel je dat?

Aan mijn vragen kan je wellicht afleiden of ik me iets kan voorstellen bij wat je schrijft. Ook al moet ik je brief een paar keer lezen, het boeit me wel. Ondertussen hult de wereld zich hier in duisternis: ik ga slapen. (Ik vind die woordkeuze van Heidegger op het eerste zicht wel fantastisch!)

Ondertussen ben je wel al in Dasein aangekomen. Hoe is het daar? Hopelijk is het geen overdosis aan Eau de Dasein. Vroeger kreeg mijn moeder elk jaar voor haar Nieuwjaar een flesje 4711 van haar schoonmoeder. Toen waren er nog zekerheden: bobonne was er van overtuigd dat ze iets kostbaars cadeau gaf; mijn moeder kwaad want die flesjes geraakten niet op en bovendien vond ze dat dat stonk; wij maar gniffelen…

Wat het Duits spreken betreft, Heidi, durf spreken! Ik merk ook bij veel van mijn cursisten dat ze het moeilijk hebben om die drempel over te geraken; het zal iets menselijks zijn zeker?

Tschüss!



Siebe

maandag 23 april 2012

Onderweg naar Dasein,


Beste Siebe,

Hoe gaat het met je? En met de kinderen? Hoe was de eerste dag naar de crèche voor de jongste? Ik denk wel dat Lars goed voor z’n kleine zus heeft gezorgd?

Ondertussen ben ik onderweg; vertrokken zoals dat heet. Want je moet vertrekken om te kunnen aankomen en beginnen om te kunnen eindigen. Dat schreef mijn grootmoeder. Na het overlijden van mijn tante vonden we een pakketje brieven terug. Brieven die wat verstrooiing brachten in het kotleven van die tante. Brieven die netjes in plastiek overtrekjes in een ringmap bewaard werden. Brieven over het alledaagse van het leven. In 1962 wachtte mijn grootmoeder op de schilders die vooral uitblonken in niet opdagen. “Ze moeten beginnen voor ze kunnen eindigen”. Ik ben dus vertrokken en dat moet zo om te kunnen aankomen; dat is toch het plan.

Schrijven over het alledaagse doet me denken aan wat ik net bij Dreyfus las. Zijn boek Being-in-the-World was voor mij een inleiding op Sein und Zeit van Heidegger. Daarin las ik: “the world is discovered in the everyday activity of Daseining” (Dreyfus, p. 59). De wereld kan je ontdekken in de dagdagelijkse activiteiten van Dasein.

Misschien moet ik eerst proberen uitleggen wat Dasein ‘is’. Al is dat natuurlijk de hele kwestie voor Heidegger. In Sein und Zeit onderzoekt hij wat ‘zijn is. De vraag wat ‘is’ Dasein kunnen beantwoorden, is een probleem op zich. Het begrip ‘zijn’ zou vanzelfsprekend zijn want elke zin bevat eigenlijk ‘is’. Die veronderstelde vanzelfsprekendheid vormt het probleem voor Heidegger: “Daß wir je schon in einem Seinsverständnis leben und der Sinn von Sein zugleich in Dunkel gehüllt is, beweist die grundsätzliche Notwendigkeit, die Frage nach dem Sinn von »Sein« zu wiederholen.” (Heidegger, Sein und Zeit, p. 4). Heidegger stelt dat we altijd al in een zijnsverstaan leven terwijl de zin van zijn tegelijk in duisternis gehuld is. We stellen ons geen vragen over de zin of de betekenis van zijn omdat we al een zekere manier hebben om de wereld te begrijpen. Die manier van kijken naar de wereld is voor ons vanzelfsprekend. Dat bewijst volgens Heidegger de principiële noodzaak de vraag naar ‘de zin van het zijn’ te herhalen. Zomaar uitleggen wat Dasein ‘is’, ‘is’ dus moeilijk.

Heidegger omschrijft Dasein als in-de-wereld-zijn. “Dasein aber besagt: In-der-Welt-sein” (Heidegger, Sein und Zeit, p. 165). Op die manier krijg je het volgende: de wereld wordt ontdekt in de dagdagelijkse activiteiten van het in-de-wereld-zijn. In de activiteit wordt dus duidelijk hoe het zijn is. De betekenis van dat zijn zit in de wereld.

Ik vraag me af of je begrijpt wat ik hier bedoel. Ik vraag me ook af of ik het zelf wel goed begrepen heb. De woorden volgen zo vlot op elkaar. De zinnen zien er vrij eenvoudig uit. Maar wat denk jij, Siebe? Kan jij je iets voorstellen bij wat ik schreef?

De reis gaat naar het eiland Dasein, in de Zee der Interpreten. De mensen spreken er Duits en ik probeer me daar mentaal op voor te bereiden. Duits spreken is voor mij nog altijd iets anders dan Duits lezen… Het vliegtuig heeft nog een goede dertien uur vliegen voor de boeg. Ik ga nog wat slapen.

Slaapwel.



Heidi