zondag 24 juni 2012

Woorden,


Hoi Siebe,

Dank je voor de riem onder het hart! Of was het omgekeerd? Ondertussen ben ik in Woorden aangekomen. Het is hier werkelijk heel erg mooi. Woorden ligt op de flank van de Woordenberg aan de rand van de Vallei der Achtergronden. Bij mooi weer kan je Filosofia zien liggen. 

Het woord geeft het ding bestaan (blog 2 juni 2012); zover waren we al geraakt voor ik ziek werd. Maar hoe gaat dat dan in zijn werk? Het is niet eenvoudig het ‘mechanisme’ achter het geven, de gift, te pakken te krijgen. Heidegger vertrekt voor zijn onderzoek bij poëzie. Hoewel de dichter kan tonen hoe het woord bestaan geeft aan het ding kan ook de dichter zelf niet zeggen wat die gift precies is. De gift ontsnapt de dichter, niet dat het verdwijnt in het niets, het blijft een geschenk, maar de dichter kan het nooit (be)grijpen. (kaart Woorden [13])

Heidegger schrijft dat het woord het dingbedingt’ (kaart Woorden [6]). Dit wil niet zeggen dat het woord het ding bestaansredenen geeft, maar wel dat het het ding toelaat er te zijn als een ding (kaart Woorden [5]). Iets om op te zitten, noemen we een stoel. Eens het woord stoel er is, bestaat het ding ook: je kan erover spreken, want het heet een stoel. Maar stoel zegt als woord op zich niets over wat een stoel is. Het woord zeggen, is het ding benoemen en het zo laten zien: het tonen. Meer niet.

Veel verder geraak ik voorlopig niet. Op het einde van het onderdeel Das Wort in Unterwegs zur Sprache stelt Heidegger: “Sage und Sein, Wort und Ding gehören in einer verhüllten, kaum bedachten und unausdenkbaren Weise zueinander.” (kaart Woorden [10]). Zeggen en zijn, woord en ding horen bij elkaar maar gesluierd. Het is dus niet helemaal duidelijk hoe. Heidegger zegt erover dat het nog niet helemaal doorgedacht is…  hier strand ik dus.

Mijn kamer kijkt uit op de Sluivervijver.  Straks ga ik verder lezen op het strandje aan de vijver. Het decor stimuleert alvast het mijmeren…

Omdat het hier zo mooi is, Siebe, het ziek zijn nog in mijn kleren hangt en mijn reis nu toch al door elkaar gegooid is, heb ik besloten te voet naar Filosofia te trekken. Het schijnt een mooie tocht te zijn langs het Pad van Betekenis. Het pad kronkelt door een beschermd natuurgebied: open vlaktes en bossen wisselen elkaar af. Over de tocht zal ik waarschijnlijk elf dagen doen en onderweg zijn er wel pleisterplaatsen maar is er geen internet beschikbaar! Het zal dus eventjes duren voor je weer van me hoort (of leest).

Kussen,



Heidi

dinsdag 19 juni 2012

Gent,


Hoi Heidi,

Ik herken heel goed wat je schrijft over ziek zijn. Het lastigste aan ziek zijn, vind ik, is dat ik te weinig geduld heb om ziek te zijn.

Het verliezen van tijd en ruimte ervaar ik daarnaast ook in het woelen en dromen. Ook dan komt het voor dat je eerst niet helemaal meer weet waar je bent. En dan weet je het weer. Dromen verdraaien ook de dingen: het ene moment ben je op de ene plaats en daarna opeens op een andere plaats of je komt op een plaats terecht waar je wel in jouw zetel zit, maar je bent eigenlijk op school.

Is het in het dagelijks leven niet zo dat je eigenlijk maar over tijd nadenkt als je te vroeg bent of te laat komt? Opeens moet je wachten of het zien uit te leggen waarom je er niet was toen de vergadering begon. Het is een beetje zoals wachten op de bus en de fiets die verschijnt als hij gestolen is (blog 12 mei 2012). De tijd verschijnt als het wachten te lang duurt of de tijd voorbij gevolgen is en je ondertussen veel meer had willen doen. Hoe je tijd ervaart, of de betekenis van tijd in jouw woorden, kan wel eens redelijke relatief zijn. De ene minuut duurt dan langer dan de andere minuut. In een film gebruiken ze daarvoor slow-motion. In een stripverhaal krijgt een spannende gebeurtenis meer tekeningen.

Ik denk dat je de wereld en de samenhang tussen verleden, heden en toekomst toch ook kan laten verschijnen met beelden, bijvoorbeeld in strips. Het is anders dan met een klassieke tekenfilm waar je inderdaad uit de losse tekeningen vaak geen betekenis kan opmaken. De striptekenaar kiest echter beelden die de betekenisvolle momenten wel tonen en misschien ook de samenhang tussen verleden, heden en toekomst.

In verschillende werken toont Roy Lichtenstein hier een exponent van. Heden, verleden en toekomst in één beeld vatten, wordt in dit werk treffend geïllustreerd:

Explosion n° 1
Roy Lichtenstein (1965)

Ondertussen is de tijd achter het computerscherm ook weer voorbij gevlogen. Ook het schooljaar loopt op zijn laatste benen. De examens zijn verbeterd, de deliberaties achter de rug, de studenten moeten enkel nog hun certificaten komen halen. Het was weer een eindspurtje. Ilse is blij dat ik weer volop meedoe in het huishouden en me niet langer verstop in uitvluchten ;-). De kindjes maken zich nog niet teveel zorgen over vakantie, ze zijn nog klein, hé! Dag voor dag en minuut voor minuut leven: het heeft zo zijn voordelen.

Groetjes,



Siebe

zondag 17 juni 2012

Naburigheid,


Beste Siebe,

Inderdaad. Het is redelijk ellendig ziek zijn op reis. Hier is zoveel te zien en te doen, ik wil graag ook veel lezen, maar het lukte een week lang helemaal niet om me maar op iets voldoende te concentreren. Uitzieken is lastig: ik wil vanalles doen en het lukt niet. Maar ondertussen ben ik dus aan de beterhand (alleen nog een beetje moe) en ben ik weer aan het schrijven.

Volgens Heidegger zijn ruimte en tijd als parameters veel te dominant in de moderne technische wereld en dit verbergt hoe tijd en ruimte eigenlijk zijn (kaart Naburigheid [40]).

“Von der Zeit läßt sich sagen: die Zeit zeitigt.
Vom Raum läßt sich sagen: der Raum räumt.”

Over tijd kan gezegd worden: tijd tijdt.
Over ruimte kan gezegd worden: ruimte ruimtet.

Weerom een Heidegger-quote die door criticasters zelden geapprecieerd kan worden. We hadden het eerder al over tijd en ruimte (blog 28 april 2012 en blog 30 april 2012). Het ging er toen over hoe tijd en ruimte als een samenhangend geheel van het Dasein beïnvloeden. Hier heeft Heidegger het over het zijn zelf van tijd en ruimte. We zijn gewoon over tijd te denken als iets dat linear voortschrijdt: minuut per minuut en dag per dag. 

Als je ziek bent, krijgen tijd en ruimte toch een andere dimensie. Je ritme wordt door elkaar gegooid: wanneer je normaal werkt en bezig bent, slaap je nu ook. Het lijdt tot ergernis en ergernis over het ergeren. Je staat op vreemde uren op om te eten en medicatie te nemen. Je inschatting van tijd is helemaal in de knoei. Je doolt in gedachten tussen tijd en ruimte. Je wordt wakker en weet niet waar je bent of hoe laat het is. Vooral in het ziek zijn, mis ik thuis: mijn vertrouwde slaapkamer en de gekende route naar toilet en keuken.

Volgens Heidegger beweegt tijd niet: “Die Zeit selbst im Ganzen ihres Wesens bewegt sich nicht, ruht still.” (kaart Naburigheid [32]). Ook ruimte beweegt niet en rust in roerloosheid (kaart Naburigheid [30]).

Maar tijd tijdt en ruimte ruimtet… Waar zit dan de actie die het werkwoord uitdrukt? Tijd tijdt tegelijkertijd: het verleden, het heden en het heden dat ons te wachten staat en anders toekomst heet (kaart Naburigheid [32]). Tijd opent een heden, maakt het zichtbaar en doet het nu verschijnen. Maar tegelijkertijd toont tijd verleden en toekomst. Acties uit het verleden zijn zichtbaar in het heden en zijn de voorbode van de toekomst. Maar in de toekomst kan ook het verleden of het heden duidelijk worden. Tijd is dus niet strikt en lineair opdeelbaar, maar tegelijkertijd verleden, heden en toekomst.

Tijd en ruimte tot metrische parameters herleiden, doet afbreuk aan ruimte en tijd. Tijd als een parameter wordt niet meer dan een opeenvolging van nu’s. Tijd wordt als een worst in 'schelletjes' gesneden, de sneetjes verliezen daardoor hun samenhang en verband, maar ook hun betekenis. Het is zoals de afbeeldingen in een zoötroop.


De aparte afbeeldingen zijn de sneetjes. In de opdeling in beelden verdwijnt de betekenis (blog 20 mei 2012).


De betekenis moet je dan weer proberen toe te voegen. In dit geval door aan het rad te draaien…


… maar eigenlijk krijg je nooit het oorspronkelijke terug.

Morgen reis ik verder. Het was een redelijke krachttoer om mijn reis te herplannen. Ik ben er uiteindelijk in geslaagd om alles twee weken uit te stellen. Ik kom dus ook wat later terug naar België…

Vertel je in je antwoord nog wat over jou? Hoe gaat het daar? Is de vakantie al in zicht? Verlangen Emma en Lars al? En hoe gaat het met Ilse?

Dikke knuffel,



Heidi

vrijdag 15 juni 2012

Gent,


Dag meisje,

Ik ben blij dat ik je al eens aan de telefoon hoorde en dat je je al een heel stuk beter voelt. Ik hoop dat je ondertussen er al in geslaagd bent om je reisplannen bij te sturen zodat je toch alles kan bezoeken wat je van plan was. Ellendig toch ziek zijn als je op reis bent…

Veel beterschap!

Groetjes,



Siebe

vrijdag 8 juni 2012

Naburigheid,


Hoi Siebe,

Goede reis... niet echt! Ik ben voorlopig gestrand in Naburigheid. Ziek. Volgens de lokale apotheker een typische toeristenziekte: ik kan gewoon niet zo goed tegen het klimaat hier. Vreselijk zweten en koorts zijn de symptomen, maar de pilletjes beginnen hun werk te doen. Het was lang geleden dat ik me nog zo ellendig heb gevoeld. Ondertussen kom ik er wel een beetje door, maar ik denk dat ik nu vooral ga rusten en dan zien wanneer ik verder reis.

Kus,



Heidi

donderdag 7 juni 2012

Gent,


Dag Heidi,

Nu het warme weer het weer laat afweten, vind ik het lezen sowieso fijn. De kinderen zijn wel wat lastiger en vragen wat meer aandacht. Ik kan ze moeilijk ongelijk geven: vorige week konden ze buiten spelen en het nieuwe speelpark in de buurt uitproberen. Het was goed zichtbaar dat iedereen in de buurt snakte naar beter weer en meer open ruimte. ’t Is wel jammer voor het pas gezaaide gras dat waarschijnlijk nog niet opgewassen is tegen zoveel enthousiasme; wachten is zo moeilijk.

Nu lees ik je blog meestal wel een keer of twee, maar gelukkig ook geen honderden keren ;-).

Je doet me heel anders naar evidente dingen kijken, die dan opeens niet meer evident zijn. Het is best wel verwarrend. Dat men filosofie soms niet nuttig vindt, heeft misschien ook daarmee te maken? Het brengt je immers in de war en mensen zijn niet graag in de war: ze houden van zekerheden. Zou dat met die ‘afstandelijkheid’ kunnen te maken hebben waar je het al eerder over had (blog 26 mei 2012)?

Wat je schrijft over dingen die pas kunnen bestaan als er een woord voor is, deed me denken aan dit fragmentje uit The Simpsons:


Goede reis!



Siebe

zaterdag 2 juni 2012

Heen en Weer,


Hoi Siebe,

Ik schrok ook wat van de lengte van mijn vorige blog. Als ik mijn blogs uitschrijf, dan kom ik ook wel aan een paar bladzijden, maar dat ziet er niet zoveel uit; misschien omdat ik nogal groot schrijf? Uitgetypt, ziet het er wat meer uit…

Ik ben blij dat je het volhoudt en er net zoals ik plezier in vindt. Het is niet zo gemakkelijk mensen ervan te overtuigen dat filosofie gewoon fijn is om mee bezig te zijn. Men vindt het moeilijk en weinig nuttig, maar zo kijk ik er eigenlijk zelf niet naar. Sporters die hun prestaties willen verbeteren doen toch ook honderden keren dezelfde oefening om een honderdste van een seconde sneller te worden? Als je nu honderden keren dezelfde bladzijde leest om het net iets beter te begrijpen, dan is dat toch hetzelfde? En omdat het moeilijk is, put het je soms ook uit, kan je in dit geval even niet meer denken… Als ik lees hoeveel sommige atleten slapen…

Het zijn van taal achterhalen, daar is het ons om te doen. Ondertussen ben ik mij een weg aan het banen doorheen Unterwegs zur Sprache. In dat werk gaat Heidegger op zoek naar het zijn van taal. Volgens Heidegger laat taal zelf het niet toe dat we de oorspong van taal kunnen uitdrukken in taal. Deze weigering hoort tot het zijn van taal zelf (kaart Heen en Weer [11]). Dat het geen gemakkelijke klus zou worden, dat wisten we al, maar we gaan toch verder…

Ik ga nog wat dieper in op de relatie tussen woorden en dingen. Ik schreef eerder al dat er geen ‘logisch’ verband is tussen de woorden en dingen waar ze naar verwijzen: het woord is geen perfecte afspiegeling van het ding (blog 28 mei 2012). Er is een andere relatie tussen woorden en dingen. Een dingis’ als er een woord voor is (kaart Heen en Weer [24]). Zolang er geen woord voor is, kan iets niet bestaan. Meestal ontstaat er voor een nieuw ding een nieuw woord, zoals met ‘stoeproken’ (blog 18 mei 2012). We begrijpen een ding als er een woord voor ‘is’ (kaart Heen en Weer [26]). Het woord zorgt ervoor dat het dingis’. Het woord geeft het dingzijn’, maar een woordis’ ook zelf een ding. Dus het ene ding (een woord) zorgt ervoor dat een ander dingis’ (kaart Heen en Weer [25]). Woorden geven dingen bestaan.

Woorden zijn geen afspiegelingen van dingen. Over een woordenboek schrijft Heidegger het volgende: “Es ist voll von gedruckten Dingen. Allerdings. Lauter Wörter und kein einziges Wort. Denn das Wort, wodurch die Wörter zum Wort kommen, vermag ein Wörterbuch weder zu fassen noch zu bergen.” (kaart Heen en Weer [12]) In een woordenboek vind je dus geen woorden, maar dingen, omdat een woordenboek nooit de woorden op die manier kan grijpen zodat de termen woorden worden en spreken als woorden.

Omdat het heel hard regende, Siebe, ben ik in Heen en Weer in de bibliotheek terechtgekomen. Daar stond het citaat hierboven op het plafond geschilderd. Ik vraag me af welke grapjas dat bedacht heeft.

Vannacht gaat de reis naar Naburigheid. Ik neem de nachtbus en hoop dat ik wat kan slapen.

Tot binnenkort,



Heidi

vrijdag 1 juni 2012

Gent,


Hoi Heidi,

Whaaw, Heidi, wat een serieuze brok! Ik heb de indruk dat je erg goed hebt kunnen lezen, denken en schrijven op die boot naar Zwijgen en terug. Ik hoop dat je ondertussen toch ook wat genoten hebt van het varen zelf.

Terwijl ik je eerste blogs verschillende keren moest lezen om te begrijpen waar het over ging, heb ik nu het gevoel dat ik sneller mee ben. Ik ben nu wel blij dat ik mezelf er wat toe gedwongen heb om dit pennenvriendschapding serieus op te nemen.

Het is een fantastische gedachte dat er minder misverstanden zouden zijn als mensen dezelfde taal spreken. Maar elkaar verstaan is natuurlijk wel meer dat de woorden begrijpen die de ander zegt. Als taal de perfecte afspiegeling zou zijn van de werkelijkheid, zoals Wittgenstein voorstelt, dan zou dat een oplossing kunnen zijn, maar taal is geen perfecte afspiegeling van de wereld. Ik vind Heideggers ideeën over zwijgen eigenlijk een stuk sympathieker dan die van Wittgenstein. Ik denk dat je net door meer te spreken beter kan uitleggen en omschrijven wat je bedoelt en dus elkaar kan verstaan.

Ik wens je veel plezier op je rondreis! Je bent normaal gezien al vertrokken. Ik hoop dat je vlot kan reizen en dat je voor niet teveel verrassingen komt te staan… anders hoor ik dat wel.

Knuffel,



Siebe