woensdag 18 juli 2012

Daseinstadt,


Dag Siebe,

De reis zit er nu echt bijna op. Dit is mijn laatste blog. De tijd is ongelofelijk snel voorbij gevlogen. De reis was soms lastig, maar ik heb ook mooie momenten beleefd. Het zoeken naar een internetconnectie was soms frustrerend, maar het is toch maar altijd gelukt. Ik ben erg moe geweest, maar tegelijk vaak ook erg ontspannen. Ik mis dit al, terwijl het nog niet helemaal afgelopen is…

Zoals 'saudade' in het Portugees. Een woord dat zich niet in één woord laat vertalen in het Nederlands. Het is het gevoel dat geliefden hebben wanneer ze nog bij elkaar zijn, maar binnenkort afscheid zullen moeten nemen. Ze treuren omdat de tijd die ze samen doorbrengen bijna ten einde loopt terwijl ze tegelijkertijd nog genieten van het samenzijn. De twijfel tussen omslaande emoties…

Dat van die Möbiusband heb je goed gevonden. Het is in zekere zin ook een zaak van elementen die soms wel en soms niet in elkaar lijken over te gaan. Je mannetjes doen me denken aan de platlijven die zelf tweedimensioneel (want plat) zijn en zich niet kunnen inbeelden dat hun universum drie dimensies zou kunnen hebben.

Taal laat dingenverschijnen’. Woorden geven dingen bestaan (blog 24 juni 2012). Taal is ‘zeggen’ in de betekenis van ‘tonen’ (blog 11 juli 2012). Maar wat is de oorsprong van taal? Daar heb ik nog niets over geschreven. Welnu, Heidegger heeft er lang over gedacht en nagedacht want deze vraag komt verschillende keren in zijn werk voor. Het is maar als je alle puzzelstukjes bij elkaar legt dat het geheel duidelijk wordt.

Taal vindt zijn oorsprong in de stilte (kaart Betekenis [88]). Zonder stilte is er geen taal en wanneer taal uit stilte ontstaat, verschijnt er iets. Er verschijnen dingen die dan alleen kunnen zijn en kunnen bestaan, dankzij taal.

Straks vertrekt mijn vlucht. Mijn koffers zijn gepakt en mijn boeken gelezen… Het was niet altijd gemakkelijk in blogs te vatten wat ik wou zeggen en in te schatten of je er iets zou aan hebben en of ik je zou kunnen blijven boeien. Soms betrapte ik me erop dat ik hardop aan mezelf aan het uitleggen was wat ik bedoelde. Binnenkort kunnen we weer ‘in real live ’ discussiëren; dat zal veel beter zijn.

Ik probeer nog wat zon mee te smokkelen ;-).

Dankjewel en dikke kus!



Heidi

maandag 16 juli 2012

Gent,


Dag Heidi,

Wie veel wil zien, moet een beetje afzien, meid! Kom toch maar snel terug: we missen je.

Ik heb toch even moeten nadenken over die wederkerige relatie tussen taal en Dasein. Taal maakt deel uit van Dasein en Dasein maakt deel uit van taal. Het is niet eenvoudig dat voor je te zien. Of toch?



Ken je de band van Möbius? Deze band heeft slechts één oppervlak. Op het eerste zicht, denk je dat er een boven- en een onderkant is. Misschien kan je de ene kant taal heten en de andere kant Dasein. Maar als je één van de twee kanten volgt, loopt die naadloos over op de andere kant. Dus is er maar één kant, toch? Afhankelijk van hoe je naar de ring kijkt zie je één of twee entiteiten.

En als je een mensje bent dat op de Möbiusband rondloopt dan kan je er nooit af, je weet zelfs niet of je boven of onder bent. Dat stel ik me erbij voor als je schrijft dat je niet buiten het kader kan kijken.
Ik heb eigenlijk wel beelden nodig om me dit soort zaken voor te stellen, dan gaat het beter. Het Vergezicht Stilte kan ik op die manier wel smaken. Net omdat je het zo visueel maakt. Het kader bepaalt het kijken en voegt inderdaad iets toe aan het zicht.

Hier zijn we alweer helemaal gewoon aan het Belgische zomerweer. De Gentse feesten zijn begonnen, maar het ziet er naar uit dat ze dit jaar even uitgeregend zullen worden als vorig jaar. Breng je een beetje zon mee?


Vele kussen,



Siebe

zondag 15 juli 2012

Subjectia,


Hoi Siebe,

Een beetje geradbraakt ben ik aangekomen in Subjectia. Ik heb wel goed kunnen werken op de trein, maar het uren in een zeteltje zitten is toch lastig. Het voortdurend reizen van hier naar daar begint nu echt zijn tol te eisen. Ik denk dat elke spier van mijn lijf wel ergens onderweg al eens tegen getrokken heeft. Bijna thuis… maar de reis was het waard. Ik weet niet of het nuttig was, maar het was zeker wel zinvol voor mij en Betekenis was echt de moeite: een aanrader (zelfs de gids viel mee)!

Ik lees dat je het gevoel hebt alsof de betekenis je ontglipt! Het ontglippen van de betekenis van ons onderwerp taal is net één van zijn kenmerken, Siebe. Taal zelf laat het niet toe dat we de oorsprong van taal kunnen uitdrukken in taal, stelt Heidegger (blog 2 juni 2012). De betekenis van het zijn zit in de wereld en kan inderdaad naar boven komen in taal. Het is echter wel moeilijk om dit te zien omdat we zo gewoon zijn aan de taal die we gebruiken, dat ze voor ons transparant is geworden en dus is het net niet meer evident om de betekenis van het zijn in taal te zien: taal verbergt zich en is opeens verdwenen. Er gebeurt precies wat je ondervindt en schrijft in je vorige brief (blog 14 juli 2012) en toch zijn we er bijna...

Das Regende im Zeigen der Sage ist das Eignen.” (kaart Betekenis [81]). Het tonende van het zeggen, komt door het toeëigenen. Of het toeëigenen van taal ontsluiert zijn betekenis. Het toeëigenen van taal is tegelijk het je eigen maken van de normen en de opbouw van de taal. Alleen zo wordt wat gezegd wordt informatie (kaart Betekenis [87]). Omdat taal een intra-wereldlijk gegeven is -en dus deel is van de wereld (blog 9 mei 2012)- beantwoordt dat kader aan het beredenerend en berekenend denken van de tijdsgeest (kaart Betekenis [87]).

We hebben taal geleerd door taal te beluisteren. Daardoor kunnen we het spreken en horen we dus bij het spreken (zoals in ‘er deel van uitmaken’) (kaart Betekenis [76]). Taal hoort bij ons want we hebben het ons toegeëigend en die relatie is wederkerig. We kunnen daarom nooit uit het zijn van taal stappen en er van een andere kant naar kijken. We zien het wezen van taal enkel in zoverre taal ons ziet, ons toegeëigend heeft (kaart Betekenis [85]). We kunnen nooit buiten het kader kijken en het kader zelf is voor ons verborgen.

In Betekenis kan je op Zeggenberg uitkijken op de Zee der interpreten. Ze noemen die plek Vergezicht Stilte. Op de rand van de berg werd een kader gebouwd. Het kader doet je op een andere manier naar de zee kijken dan had het er niet gestaan. Toch maakt het samenspel van kader en zee het zicht extra interessant want het kader beïnvloedt je kijken terwijl het je niet stoort en het voegt zelfs betekenis toe.


Daarnet ben ik nog eens naar Figuurlijk geweest: het was ook prachtig! Straks neem ik de trein naar Daseinstadt. Dat is goed, want dan ben ik er vanavond al en moet ik me minder zorgen maken over het halen van de vlucht terug naar België. Die vertrekt dinsdagavond.


Groetjes,



Heidi

zaterdag 14 juli 2012

Gent,


Dag Heidi,

Morgen zijn Lars en Emma weer thuis: nog één keer uitslapen! Natuurlijk mis ik die twee kleine op-de-meest-onmogelijk-uren-lawaaimakertjes. Fijn dat je de wolken leuk vond. Het schilderwerk in huis is alvast goed gelukt (zegt Ilse).

Het is goed dat we dichter komen bij het doel want we zijn al even onderweg…  Ik denk dat ik begin te begrijpen waar het over gaat (ook omdat ik onze eerste brieven eens opnieuw gelezen heb).

Konden we in het begin al weten dat taal betekenis laat verschijnen? In je eerste brief (blog 23 april 2012) schreef je dat we de wereld kunnen ontdekken in de dagdagelijkse activiteit van Dasein. Taal gebruiken is toch een activiteit van Dasein, dus is het in die zin logisch dat we de wereld moeten kunnen ontdekken in taal? Je schreef: “De betekenis van dat zijn zit in de wereld.” Dus ook in taal?

En Dasein kent taal, want “het wonen in onze linguïstische praktijken ontsluiert de betekenis van woorden”, dat schreef je ook al (blog 5 mei 2012). Dan zou het toch niet zo moeilijk mogen zijn om de betekenis van taal te ontdekken, maar eerlijk, ik zie het nog niet helemaal (en nu denk ik toch weer dat ik er niets van begrijp).

Nog drie dagen…  en je hebt het precies helemaal uitgekiend om tot de laatste minuut je tijd nuttig te besteden. Als de deadline nadert, moet je er inderdaad voor zorgen dat je alles gedaan hebt wat je wou doen.

Succes met de gids (er niet van weglopen, hé!)

Vele groetjes,



Siebe

woensdag 11 juli 2012

Zeggen,


Beste Siebe,

Fijn dat je je amuseert in je vakantie. Hopelijk mis je de kinderen niet teveel deze week. Ik kan me voorstellen dat je huis wat leeg lijkt zonder die twee schatjes.

Ik ben benieuwd naar dat wolkenhemelplafond en wil je feliciteren met je wolkenvondsten! Het zijn mooie aanvullingen bij ons onderwerp. Ik heb het gevoel dat ik dit echt ons onderwerp mag beginnen noemen omdat je precies mee onderweg bent en meedenkt. Dank je!

We komen inderdaad dichter bij ons doel. Met je schilderij van Magritte toon je enigszins wat we aan het doen zijn. We zijn onderweg naar taal en volgen een weg die voor ons onbekend is, naar een bestemming die onzichtbaar is: een mysterie. We volgen een ongewone weg, een weg die Heidegger ons wijst, omdat we taal niet proberen uit te leggen aan de hand van onderdelen, waardoor we er eigenlijk alleen verder van weg zouden geraken (kaart Zeggen [71]). Het is een beetje zoals De man die de wolken meet uit je vorige blog! Volgens Heidegger houdt de weg naar taal het ervaren van taal als taal in (kaart Zeggen [71]).

Maar hoe kunnen we taal ervaren zolang Heidegger zo duister blijft over wat taal is? In Der Weg zur Sprache stelt Heidegger: “Das Wesende der Sprache ist die Sage als die Zeige.” (kaart Zeggen [70]) Of: het essentiële zijn van taal is 'zeggen' in de betekenis van 'tonen'. Taal doet met andere woorden betekenis verschijnen. En: "»Sagan« heißt: zeigen, erscheinen-, sehen- und hören-lassen." (Kaart Zeggen [67]) Of: 'zeggen' betekent tonen, laten verschijnen, zien en horen. Als taal spreekt dan zegt het ook iets, dan betekent het ook iets. Vandaar ook dat zwijgen veel kan betekenen (blog 28 mei 2012).

Overmorgen ga ik een dag naar Betekenis. Ik hoop dat het meevalt, want ik sluit me aan bij een georganiseerde uitstap (met gids!) en dat kan al eens tegenvallen of de al te commerciële toer opgaan. Eigenlijk zie ik deze uitstap als het hoogtepunt van mijn reis dus ben ik ook wel een beetje zenuwachtig.

Zaterdag neem ik dan de trein terug richting Daseinstadt. Ik maak wel nog een tussenstop in Subjectia om toch nog het vergezicht van Figuurlijk te kunnen zien. Ik twijfelde eerst om nog naar Humboldt te gaan, maar ik moest kiezen en heb dus voor Figuurlijk gekozen. Ik hoop echt dat het de moeite waard is! Weet je nog dat het veel te mistig was toen ik er eerder was (blog 9 mei 2012)? Deze keer hou ik het weerbericht in de gaten en ziet het er goed uit: vingers kruisen. (Als het dan slecht uitkomt, kan ik nog altijd een weerman aanklagen. Ik zag net op CNN dat een Belgische weerman een dagvaarding mag verwachten omdat hij al drie dagen regenweer voorspelde voor de Belgische kust, terwijl het er al drie dagen droog is.)

Het einde van deze onderneming komt dichterbij: nog zes dagen…

Knuffel,



Heidi

dinsdag 10 juli 2012

Gent,


Dag Heidi,

‘Spijt’ gaat nu misschien wel net iets te ver ;-). Maar het leren van woordjes kan zonder twijfel veel aangenamer gemaakt worden. Misschien moeten we daar eens over doorbomen als je terug in het land bent?

De tweede kinderkamer vlot goed. We hebben beslist om het plafond in een wolkenhemel te schilderen en dat is toch wel een beetje doordat jij me op ideeën bracht!

Het lezen van je vorige blog riep een aantal beelden bij me op. Taal is als de taal van het zijn, zoals wolken de wolken van de hemel zijn

Ken je deze leuke vondst van Roger Raveel (1968)? Dit is een Karretje om de hemel te vervoeren. Het bovenste vlak van de kubus op wielen is een spiegel. In de spiegel zie je (als de kar buiten staat tenminste) de weerspiegeling van de hemel. Misschien kan je zo ook de hemel vervoeren? Ik vind dit een fascinerend beeld omdat het je doet afvragen waarom je hemel zou willen vervoeren? Misschien wil je die hemelmomenten van heldere dagen of mooie wolkenformatie bijhouden en verzamelen? Maar eigenlijk is de hemel er toch altijd… zoals het zijn er steeds is. Het kan dat we een vehikel uitvinden om het zijn zichtbaar te maken zoals de hemel in de spiegel op de kar verschijnt. Maar het zijn vervoeren, zal het zijn dan toch weer veranderen: verdwijnen en verschijnen? En een spiegelbeeld is ook maar een beeld.

Bij de huisbewaarders van het 'huis van het zijn', stel ik me mensen voor die taal gebruiken en dus de taal cultiveren door de taal te laten groeien, nieuwe woorden te bedenken en creatief te zijn met taal. Maar daarnaast gebruiken ‘gewone mensen’ toch ook ‘gewone taal’ om ‘gewone dingen’ te zeggen. Als je telkens op zoek moet gaan naar meerdere betekenissen in woorden dan gaat het ook niet meer vooruit, hé (blog 15 mei 2012). Bij de huisbewaarders van taal stel ik me alvast niet dit personage voor:



Dit is de versie van Jan Fabres De man die de wolken meet die sinds 1999 op deSingel in Antwerpen staat (er staat ook een versie op het S.M.A.K. in Gent, maar daar heb ik geen mooie foto van). De kunstenaar probeert in dit beeld het universum op te meten om het op die manier te kunnen grijpen en begrijpen. Een onmogelijke opdracht, als je het mij vraagt, die bovendien z’n doel voorbijschiet. Taal opmeten en bijvoorbeeld in woordenboeken proberen vatten (blog 18 mei 2012), is van dezelfde orde, toch?

Het is natuurlijk altijd gemakkelijk om commentaar te geven en te zeggen wat het niet moet zijn, maar ik denk dat ik ook een ideaal beeld of misschien zelfs ideaalbeeld gevonden heb bij de idee dat zijn altijd onderweg is naar taal (blog 8 juli 2012):


René Magritte heeft dit schilderij in 1953 La reconnaissance infinie genoemd. Het is alvast duidelijk dat hierin niet de platgetreden paden bewandeld werden. Magritte zou ooit gezegd hebben: “Ik breng het denken in beeld en maak daardoor iets mysterieus.” En daar is het ‘mysterieuze’ weer!

Ik vroeg me af of er een directe connectie is tussen Magritte en Heidegger. Op internet vond ik dat Magritte geïnspireerd zou zijn door Heidegger. In 2004 scheef Annemie Tormans een eindverhandeling over Magrittes werk waarin ze linken met filosofen onderzocht. Zij ontdekte onder meer dat Magritte rond 1954 met de Leuvense professor de Waelhens correspondeerde over de filosofie van Heidegger. Volgens Kaulingfreks, in Mijnheer Iedereen, toont Magritte in zijn werk de oorsprong van de dingen. Namelijk dat wat alle interpretaties en kaders waarin wij de werkelijkheid vatten en benoemen voorafgaat. Deze oorsprong is het mysterie. Ik denk dat onze cirkel rond begint te worden, Heidi.

Als je schrijft dat Heidegger omschrijvingen en vergelijkingen zoekt om uit te leggen wat hij wil zeggen, dan vind ik dat het hem in zekere zin menselijker maakt. Ik vind het steeds meer begrijpbaar. Dit begint eigenlijk best plezant te worden; kijk hoelang deze blog geworden is (en dat terwijl ik het in het begin erg moeilijk vond). Misschien is het toch steeds zoals met die woordjes dat je toch eerst een beetje door de zure appel heen moet, of moet durven springen, voor je resultaten plukt en ziet.

Het feit dat het vakantie is, helpt natuurlijk ook wel om hier wat meer tijd in te steken ;-). Als ik na het gipsplaten afmeten en uittellen en het vreselijk lastige schuren heen ben, dan is het in alle lichamelijke vermoeidheid nog net mogelijk een stukje niet gebruikte hersenenergie hieraan te besteden.

Hopelijk viel de nachttrein goed mee en vertel je me binnenkort boeiende verhalen uit Zeggen. Vertel me dan ook eens wanneer je terugkomt, want de terugreis kan je toch niet tot in het oneindige uitstellen.

Tot binnenkort?



Siebe

zondag 8 juli 2012

Filosofia,


Hoi Siebe,

Bespeurde ik in je brief enige spijt over het onderschatten van het leren van betekenissen van Latijnse woordjes? Tja, het is toch zo moeilijk als kind te investeren in een mogelijks voordeel voor later. Een later dat een eeuwigheid ver weg lijkt… en anderzijds vraag ik me af of de manier waarop we woordjes moesten leren wel de meest motiverende was. Misschien hadden die leraren het wel wat aangenamer kunnen maken, toch?

Van aangenaam geschreven: de zee moet volgens mij ook wel niet onderdoen voor bergen en valleien, hoor. Ieder landschap heeft wel zijn charmes. Zo was de wandeling van Woorden naar Filosofia vooral erg afwisselend. Vooral de grote stukken bos deden me veel deugd omdat het hier ‘eerder’ warm is.

Mysterieus of liever “geheimnisvoll” is een woord dat Heidegger ook wel eens gebruikt als het over taal gaat (kaart Filosofia [30]). Taal is geheimzinnig omdat het zo moeilijk te grijpen is. In Brief über den »Humanismus« heeft Heidegger het over de relatie tussen taal, denken en zijn. En als je ‘zijn’ leest dan denk je wellicht aan wat ik je vroeger al schreef over de moeilijkheid om te zeggen wat ‘zijn is (blog 23 april 2012).

Heidegger omschrijft en zoekt vergelijkingen om duidelijk te maken wat hij bedoelt: “Die Sprache ist so die Sprache des Seins, wie die Wolken die Wolken des Himmels sind.” (kaart Filosofia [21]) Taal is dus “de taal van het zijn” zoals wolken “de wolken van de hemel zijn”. Taal maakt deel uit van het zijn, het is ermee vergroeid en verweven. Onder bepaalde omstandigheden wordt het zijn zichtbaar, misschien is het dan wel een wolk geworden? Taal doet het zijn verschijnen en verdwijnen. “Sprache ist lichtend-verbergende Ankunft des Seins selbst.” (kaart Filosofia [29]).

Om de relatie tussen zijn en taal aan te duiden, noemt Heidegger taal 'het huis van het zijn' (kaart Filosofia [24]). Het zijn woont namelijk in de taal en het heeft er zijn roots. Dit is opnieuw een metafoor die de verstrengelde relatie tussen taal en zijn moet duidelijk maken. Denkers en dichters zijn de huisbewaarders (kaart Filosofia [24]). Zij bewaken het huis, maar houden het ook in goede staat door te creëren, te denken en te dichten. Zijn, denken en taal liggen heel dicht bij elkaar, stelt Heidegger: ze vallen net niet samen. Taal geeft ook vorm aan het denken en trekt sporen voor het denken. Taal brengt er op de een of andere manier structuur in aan. Heidegger waarschuwt er ons wel voor om niet steeds in dezelfde sporen te denken. Dan verwordt denken tot een techniek en verliest het zijn betekenis (kaart Filosofia [16]).

Nog één citaat om het af te leren: “Das Sein kommt, sich lichtend, zur Sprache. Es ist stets unterwegs zu ihr.” (kaart Filosofia [32]). Het zijn verdwijnt en verschijnt, maar is altijd onderweg naar taal (en liefst niet alleen over platgetreden paden).

Ik ga ook een stapje verder, Siebe. Straks neem ik de nachttrein naar Zeggen. Nog een beetje lezen en hopelijk toch wat slapen ook.

Doei!



Heidi

zaterdag 7 juli 2012

Gent,


Dag Heidi,

Ondertussen zijn we een weekje in Oostduinkerke geweest. De tante van Ilse heeft er een appartement en we mochten er een weekje logeren. Het was erg fijn en vooral in het begin van de week was het mooi weer! Heerlijk uitgerust zijn we ondertussen terug thuis. We hebben geen valleien of bergen gezien (of het moeten duinen geweest zijn), wel de zee… maar die vind ik minstens even mooi.

Het is blijkbaar nogal mysterieus die relatie tussen woorden en dingen; want je vindt inderdaad geen rechtstreekse link tussen woordklanken en dingen. Wel roepen woorden betekenissen op. Daardoor kunnen nieuwe woorden ontstaan (blog 18 mei 2012) en kunnen woorden evolueren zoals van stylus naar stylo en weer naar stylus. Stylo zou van het Latijnse stylus komen, maar het schrijfstokje dat je soms bij een smartphone krijgt, noemen ze nu weer een stylus. Met die stylus kan je preciezer aanduiden wat je precies wil op het kleine scherm. In zekere zin ga je daarmee terug naar een meer oorspronkelijke betekenis, maar toch is het woord nieuw want het roept nieuwe betekenissen op, toch? Het zijn nieuwe betekenissen die gelinkt zijn aan nieuwe technologieën.

Eigenlijk is het wel zo dat je een ding beter kan kennen als je meer betekenissen kent, als het woord dat bij het ding hoort bij jou meer betekenissen naar boven haalt. Ik herinner me nog dat we Latijnse woordjes moesten studeren. Veel woorden hadden verschillende en vooral uit elkaar liggende betekenissen. Vaak zei de leerkracht dat we sommige betekenissen niet moesten kennen omdat die eerder zeldzaam voorkwamen. De sport bestond er natuurlijk in de leraar te overtuigen dat we zo weinig mogelijk betekenissen moesten kennen ;-).

Ik hoop dat Heidegger je toch nog verder op weg helpt. Ik heb het gevoel dat hij wel nog meer uit de doeken te doen heeft.

De kinderen zijn een weekje bij oma. Ilse en ik gaan nog wat klussen in huis: die tweede kinderkamer moet nu echt eens in orde komen!

Veel plezier daar aan de andere kant van de wereld. Hopelijk heb je een deugddoende tocht achter de rug en heb je ook onderweg veel kunnen mijmeren!

Veel groetjes,



Siebe

zondag 24 juni 2012

Woorden,


Hoi Siebe,

Dank je voor de riem onder het hart! Of was het omgekeerd? Ondertussen ben ik in Woorden aangekomen. Het is hier werkelijk heel erg mooi. Woorden ligt op de flank van de Woordenberg aan de rand van de Vallei der Achtergronden. Bij mooi weer kan je Filosofia zien liggen. 

Het woord geeft het ding bestaan (blog 2 juni 2012); zover waren we al geraakt voor ik ziek werd. Maar hoe gaat dat dan in zijn werk? Het is niet eenvoudig het ‘mechanisme’ achter het geven, de gift, te pakken te krijgen. Heidegger vertrekt voor zijn onderzoek bij poëzie. Hoewel de dichter kan tonen hoe het woord bestaan geeft aan het ding kan ook de dichter zelf niet zeggen wat die gift precies is. De gift ontsnapt de dichter, niet dat het verdwijnt in het niets, het blijft een geschenk, maar de dichter kan het nooit (be)grijpen. (kaart Woorden [13])

Heidegger schrijft dat het woord het dingbedingt’ (kaart Woorden [6]). Dit wil niet zeggen dat het woord het ding bestaansredenen geeft, maar wel dat het het ding toelaat er te zijn als een ding (kaart Woorden [5]). Iets om op te zitten, noemen we een stoel. Eens het woord stoel er is, bestaat het ding ook: je kan erover spreken, want het heet een stoel. Maar stoel zegt als woord op zich niets over wat een stoel is. Het woord zeggen, is het ding benoemen en het zo laten zien: het tonen. Meer niet.

Veel verder geraak ik voorlopig niet. Op het einde van het onderdeel Das Wort in Unterwegs zur Sprache stelt Heidegger: “Sage und Sein, Wort und Ding gehören in einer verhüllten, kaum bedachten und unausdenkbaren Weise zueinander.” (kaart Woorden [10]). Zeggen en zijn, woord en ding horen bij elkaar maar gesluierd. Het is dus niet helemaal duidelijk hoe. Heidegger zegt erover dat het nog niet helemaal doorgedacht is…  hier strand ik dus.

Mijn kamer kijkt uit op de Sluivervijver.  Straks ga ik verder lezen op het strandje aan de vijver. Het decor stimuleert alvast het mijmeren…

Omdat het hier zo mooi is, Siebe, het ziek zijn nog in mijn kleren hangt en mijn reis nu toch al door elkaar gegooid is, heb ik besloten te voet naar Filosofia te trekken. Het schijnt een mooie tocht te zijn langs het Pad van Betekenis. Het pad kronkelt door een beschermd natuurgebied: open vlaktes en bossen wisselen elkaar af. Over de tocht zal ik waarschijnlijk elf dagen doen en onderweg zijn er wel pleisterplaatsen maar is er geen internet beschikbaar! Het zal dus eventjes duren voor je weer van me hoort (of leest).

Kussen,



Heidi

dinsdag 19 juni 2012

Gent,


Hoi Heidi,

Ik herken heel goed wat je schrijft over ziek zijn. Het lastigste aan ziek zijn, vind ik, is dat ik te weinig geduld heb om ziek te zijn.

Het verliezen van tijd en ruimte ervaar ik daarnaast ook in het woelen en dromen. Ook dan komt het voor dat je eerst niet helemaal meer weet waar je bent. En dan weet je het weer. Dromen verdraaien ook de dingen: het ene moment ben je op de ene plaats en daarna opeens op een andere plaats of je komt op een plaats terecht waar je wel in jouw zetel zit, maar je bent eigenlijk op school.

Is het in het dagelijks leven niet zo dat je eigenlijk maar over tijd nadenkt als je te vroeg bent of te laat komt? Opeens moet je wachten of het zien uit te leggen waarom je er niet was toen de vergadering begon. Het is een beetje zoals wachten op de bus en de fiets die verschijnt als hij gestolen is (blog 12 mei 2012). De tijd verschijnt als het wachten te lang duurt of de tijd voorbij gevolgen is en je ondertussen veel meer had willen doen. Hoe je tijd ervaart, of de betekenis van tijd in jouw woorden, kan wel eens redelijke relatief zijn. De ene minuut duurt dan langer dan de andere minuut. In een film gebruiken ze daarvoor slow-motion. In een stripverhaal krijgt een spannende gebeurtenis meer tekeningen.

Ik denk dat je de wereld en de samenhang tussen verleden, heden en toekomst toch ook kan laten verschijnen met beelden, bijvoorbeeld in strips. Het is anders dan met een klassieke tekenfilm waar je inderdaad uit de losse tekeningen vaak geen betekenis kan opmaken. De striptekenaar kiest echter beelden die de betekenisvolle momenten wel tonen en misschien ook de samenhang tussen verleden, heden en toekomst.

In verschillende werken toont Roy Lichtenstein hier een exponent van. Heden, verleden en toekomst in één beeld vatten, wordt in dit werk treffend geïllustreerd:

Explosion n° 1
Roy Lichtenstein (1965)

Ondertussen is de tijd achter het computerscherm ook weer voorbij gevlogen. Ook het schooljaar loopt op zijn laatste benen. De examens zijn verbeterd, de deliberaties achter de rug, de studenten moeten enkel nog hun certificaten komen halen. Het was weer een eindspurtje. Ilse is blij dat ik weer volop meedoe in het huishouden en me niet langer verstop in uitvluchten ;-). De kindjes maken zich nog niet teveel zorgen over vakantie, ze zijn nog klein, hé! Dag voor dag en minuut voor minuut leven: het heeft zo zijn voordelen.

Groetjes,



Siebe

zondag 17 juni 2012

Naburigheid,


Beste Siebe,

Inderdaad. Het is redelijk ellendig ziek zijn op reis. Hier is zoveel te zien en te doen, ik wil graag ook veel lezen, maar het lukte een week lang helemaal niet om me maar op iets voldoende te concentreren. Uitzieken is lastig: ik wil vanalles doen en het lukt niet. Maar ondertussen ben ik dus aan de beterhand (alleen nog een beetje moe) en ben ik weer aan het schrijven.

Volgens Heidegger zijn ruimte en tijd als parameters veel te dominant in de moderne technische wereld en dit verbergt hoe tijd en ruimte eigenlijk zijn (kaart Naburigheid [40]).

“Von der Zeit läßt sich sagen: die Zeit zeitigt.
Vom Raum läßt sich sagen: der Raum räumt.”

Over tijd kan gezegd worden: tijd tijdt.
Over ruimte kan gezegd worden: ruimte ruimtet.

Weerom een Heidegger-quote die door criticasters zelden geapprecieerd kan worden. We hadden het eerder al over tijd en ruimte (blog 28 april 2012 en blog 30 april 2012). Het ging er toen over hoe tijd en ruimte als een samenhangend geheel van het Dasein beïnvloeden. Hier heeft Heidegger het over het zijn zelf van tijd en ruimte. We zijn gewoon over tijd te denken als iets dat linear voortschrijdt: minuut per minuut en dag per dag. 

Als je ziek bent, krijgen tijd en ruimte toch een andere dimensie. Je ritme wordt door elkaar gegooid: wanneer je normaal werkt en bezig bent, slaap je nu ook. Het lijdt tot ergernis en ergernis over het ergeren. Je staat op vreemde uren op om te eten en medicatie te nemen. Je inschatting van tijd is helemaal in de knoei. Je doolt in gedachten tussen tijd en ruimte. Je wordt wakker en weet niet waar je bent of hoe laat het is. Vooral in het ziek zijn, mis ik thuis: mijn vertrouwde slaapkamer en de gekende route naar toilet en keuken.

Volgens Heidegger beweegt tijd niet: “Die Zeit selbst im Ganzen ihres Wesens bewegt sich nicht, ruht still.” (kaart Naburigheid [32]). Ook ruimte beweegt niet en rust in roerloosheid (kaart Naburigheid [30]).

Maar tijd tijdt en ruimte ruimtet… Waar zit dan de actie die het werkwoord uitdrukt? Tijd tijdt tegelijkertijd: het verleden, het heden en het heden dat ons te wachten staat en anders toekomst heet (kaart Naburigheid [32]). Tijd opent een heden, maakt het zichtbaar en doet het nu verschijnen. Maar tegelijkertijd toont tijd verleden en toekomst. Acties uit het verleden zijn zichtbaar in het heden en zijn de voorbode van de toekomst. Maar in de toekomst kan ook het verleden of het heden duidelijk worden. Tijd is dus niet strikt en lineair opdeelbaar, maar tegelijkertijd verleden, heden en toekomst.

Tijd en ruimte tot metrische parameters herleiden, doet afbreuk aan ruimte en tijd. Tijd als een parameter wordt niet meer dan een opeenvolging van nu’s. Tijd wordt als een worst in 'schelletjes' gesneden, de sneetjes verliezen daardoor hun samenhang en verband, maar ook hun betekenis. Het is zoals de afbeeldingen in een zoötroop.


De aparte afbeeldingen zijn de sneetjes. In de opdeling in beelden verdwijnt de betekenis (blog 20 mei 2012).


De betekenis moet je dan weer proberen toe te voegen. In dit geval door aan het rad te draaien…


… maar eigenlijk krijg je nooit het oorspronkelijke terug.

Morgen reis ik verder. Het was een redelijke krachttoer om mijn reis te herplannen. Ik ben er uiteindelijk in geslaagd om alles twee weken uit te stellen. Ik kom dus ook wat later terug naar België…

Vertel je in je antwoord nog wat over jou? Hoe gaat het daar? Is de vakantie al in zicht? Verlangen Emma en Lars al? En hoe gaat het met Ilse?

Dikke knuffel,



Heidi

vrijdag 15 juni 2012

Gent,


Dag meisje,

Ik ben blij dat ik je al eens aan de telefoon hoorde en dat je je al een heel stuk beter voelt. Ik hoop dat je ondertussen er al in geslaagd bent om je reisplannen bij te sturen zodat je toch alles kan bezoeken wat je van plan was. Ellendig toch ziek zijn als je op reis bent…

Veel beterschap!

Groetjes,



Siebe

vrijdag 8 juni 2012

Naburigheid,


Hoi Siebe,

Goede reis... niet echt! Ik ben voorlopig gestrand in Naburigheid. Ziek. Volgens de lokale apotheker een typische toeristenziekte: ik kan gewoon niet zo goed tegen het klimaat hier. Vreselijk zweten en koorts zijn de symptomen, maar de pilletjes beginnen hun werk te doen. Het was lang geleden dat ik me nog zo ellendig heb gevoeld. Ondertussen kom ik er wel een beetje door, maar ik denk dat ik nu vooral ga rusten en dan zien wanneer ik verder reis.

Kus,



Heidi

donderdag 7 juni 2012

Gent,


Dag Heidi,

Nu het warme weer het weer laat afweten, vind ik het lezen sowieso fijn. De kinderen zijn wel wat lastiger en vragen wat meer aandacht. Ik kan ze moeilijk ongelijk geven: vorige week konden ze buiten spelen en het nieuwe speelpark in de buurt uitproberen. Het was goed zichtbaar dat iedereen in de buurt snakte naar beter weer en meer open ruimte. ’t Is wel jammer voor het pas gezaaide gras dat waarschijnlijk nog niet opgewassen is tegen zoveel enthousiasme; wachten is zo moeilijk.

Nu lees ik je blog meestal wel een keer of twee, maar gelukkig ook geen honderden keren ;-).

Je doet me heel anders naar evidente dingen kijken, die dan opeens niet meer evident zijn. Het is best wel verwarrend. Dat men filosofie soms niet nuttig vindt, heeft misschien ook daarmee te maken? Het brengt je immers in de war en mensen zijn niet graag in de war: ze houden van zekerheden. Zou dat met die ‘afstandelijkheid’ kunnen te maken hebben waar je het al eerder over had (blog 26 mei 2012)?

Wat je schrijft over dingen die pas kunnen bestaan als er een woord voor is, deed me denken aan dit fragmentje uit The Simpsons:


Goede reis!



Siebe

zaterdag 2 juni 2012

Heen en Weer,


Hoi Siebe,

Ik schrok ook wat van de lengte van mijn vorige blog. Als ik mijn blogs uitschrijf, dan kom ik ook wel aan een paar bladzijden, maar dat ziet er niet zoveel uit; misschien omdat ik nogal groot schrijf? Uitgetypt, ziet het er wat meer uit…

Ik ben blij dat je het volhoudt en er net zoals ik plezier in vindt. Het is niet zo gemakkelijk mensen ervan te overtuigen dat filosofie gewoon fijn is om mee bezig te zijn. Men vindt het moeilijk en weinig nuttig, maar zo kijk ik er eigenlijk zelf niet naar. Sporters die hun prestaties willen verbeteren doen toch ook honderden keren dezelfde oefening om een honderdste van een seconde sneller te worden? Als je nu honderden keren dezelfde bladzijde leest om het net iets beter te begrijpen, dan is dat toch hetzelfde? En omdat het moeilijk is, put het je soms ook uit, kan je in dit geval even niet meer denken… Als ik lees hoeveel sommige atleten slapen…

Het zijn van taal achterhalen, daar is het ons om te doen. Ondertussen ben ik mij een weg aan het banen doorheen Unterwegs zur Sprache. In dat werk gaat Heidegger op zoek naar het zijn van taal. Volgens Heidegger laat taal zelf het niet toe dat we de oorspong van taal kunnen uitdrukken in taal. Deze weigering hoort tot het zijn van taal zelf (kaart Heen en Weer [11]). Dat het geen gemakkelijke klus zou worden, dat wisten we al, maar we gaan toch verder…

Ik ga nog wat dieper in op de relatie tussen woorden en dingen. Ik schreef eerder al dat er geen ‘logisch’ verband is tussen de woorden en dingen waar ze naar verwijzen: het woord is geen perfecte afspiegeling van het ding (blog 28 mei 2012). Er is een andere relatie tussen woorden en dingen. Een dingis’ als er een woord voor is (kaart Heen en Weer [24]). Zolang er geen woord voor is, kan iets niet bestaan. Meestal ontstaat er voor een nieuw ding een nieuw woord, zoals met ‘stoeproken’ (blog 18 mei 2012). We begrijpen een ding als er een woord voor ‘is’ (kaart Heen en Weer [26]). Het woord zorgt ervoor dat het dingis’. Het woord geeft het dingzijn’, maar een woordis’ ook zelf een ding. Dus het ene ding (een woord) zorgt ervoor dat een ander dingis’ (kaart Heen en Weer [25]). Woorden geven dingen bestaan.

Woorden zijn geen afspiegelingen van dingen. Over een woordenboek schrijft Heidegger het volgende: “Es ist voll von gedruckten Dingen. Allerdings. Lauter Wörter und kein einziges Wort. Denn das Wort, wodurch die Wörter zum Wort kommen, vermag ein Wörterbuch weder zu fassen noch zu bergen.” (kaart Heen en Weer [12]) In een woordenboek vind je dus geen woorden, maar dingen, omdat een woordenboek nooit de woorden op die manier kan grijpen zodat de termen woorden worden en spreken als woorden.

Omdat het heel hard regende, Siebe, ben ik in Heen en Weer in de bibliotheek terechtgekomen. Daar stond het citaat hierboven op het plafond geschilderd. Ik vraag me af welke grapjas dat bedacht heeft.

Vannacht gaat de reis naar Naburigheid. Ik neem de nachtbus en hoop dat ik wat kan slapen.

Tot binnenkort,



Heidi

vrijdag 1 juni 2012

Gent,


Hoi Heidi,

Whaaw, Heidi, wat een serieuze brok! Ik heb de indruk dat je erg goed hebt kunnen lezen, denken en schrijven op die boot naar Zwijgen en terug. Ik hoop dat je ondertussen toch ook wat genoten hebt van het varen zelf.

Terwijl ik je eerste blogs verschillende keren moest lezen om te begrijpen waar het over ging, heb ik nu het gevoel dat ik sneller mee ben. Ik ben nu wel blij dat ik mezelf er wat toe gedwongen heb om dit pennenvriendschapding serieus op te nemen.

Het is een fantastische gedachte dat er minder misverstanden zouden zijn als mensen dezelfde taal spreken. Maar elkaar verstaan is natuurlijk wel meer dat de woorden begrijpen die de ander zegt. Als taal de perfecte afspiegeling zou zijn van de werkelijkheid, zoals Wittgenstein voorstelt, dan zou dat een oplossing kunnen zijn, maar taal is geen perfecte afspiegeling van de wereld. Ik vind Heideggers ideeën over zwijgen eigenlijk een stuk sympathieker dan die van Wittgenstein. Ik denk dat je net door meer te spreken beter kan uitleggen en omschrijven wat je bedoelt en dus elkaar kan verstaan.

Ik wens je veel plezier op je rondreis! Je bent normaal gezien al vertrokken. Ik hoop dat je vlot kan reizen en dat je voor niet teveel verrassingen komt te staan… anders hoor ik dat wel.

Knuffel,



Siebe