woensdag 25 april 2012

Gent,


Beste Heidi,

Hier is alles in orde! Ik denk dat Emma de crèche geweldig vond. Mij was ze in ieder geval direct vergeten. Ze loopt zo graag mee met grote broer. Nu maar hopen dat ze niet even vaak ziek wordt; ook al wordt ze daar zogezegd sterker van.

Goed voor jou dat je eindelijk kon vertrekken. Ik begon er al voor te vrezen dat het er niet meer van zou komen. Er bleef toch maar altijd iets tussenkomen! Zoals beloofd wil ik je pennenvriend voor onderweg zijn. Ik hoop dat je overal waar je komt even gemakkelijk toegang tot het internet vindt. Dat zien we dan wel. Ik hou onze blog in de gaten, maar ik hou het digitaal. Brieven in plastiekmapjes bewaren zal er niet bij zijn. Je zal het met me eens zijn dat dat niet meer van deze tijd is. Fijn dat je vertrokken bent, ik hoop dat je reis je brengt waar je wil komen!

De vraag naar de betekenis of de zin van ‘zijn’ lijkt me inderdaad niet in één-twee-drie op te lossen. Eigenlijk heb ik daar nog nooit echt bij stil gestaan. Maar misschien moet je me toch beter proberen uitleggen wat ik me bij ‘Dasein’ moet voorstellen. Het ‘sein’ in ‘Dasein’ zal zich wel als ‘zijn’ laten vertalen in het Nederlands. Wat is dan precies ‘da’? (Nu heb ik ook weer ‘is’ gebruikt …)

De wereld wordt ontdekt in de dagdagelijkse activiteiten van het in-de-wereld-zijn. Wie ontdekt dan wat? Begrijp ik het goed dat doordat je in de wereld bent, dat je het ‘zijn’ ontdekt, dat je ‘er bent’? Is het dan zo dat je ontdekt wie je bent door te zijn? Wacht, nee, je schrijft: “In de activiteit wordt duidelijk hoe het zijn is.” Dus je moet niet enkel (aanwezig) zijn maar handelen om te ontdekken wie je bent.

Dat de betekenis van dat zijn in de wereld zit, lijkt me het omgekeerde van wat erboven staat. Je bekijkt het dan van de andere kant. Door te beseffen dat je in de wereld bent, begrijp je het waarom. Bedoel je dat?

Aan mijn vragen kan je wellicht afleiden of ik me iets kan voorstellen bij wat je schrijft. Ook al moet ik je brief een paar keer lezen, het boeit me wel. Ondertussen hult de wereld zich hier in duisternis: ik ga slapen. (Ik vind die woordkeuze van Heidegger op het eerste zicht wel fantastisch!)

Ondertussen ben je wel al in Dasein aangekomen. Hoe is het daar? Hopelijk is het geen overdosis aan Eau de Dasein. Vroeger kreeg mijn moeder elk jaar voor haar Nieuwjaar een flesje 4711 van haar schoonmoeder. Toen waren er nog zekerheden: bobonne was er van overtuigd dat ze iets kostbaars cadeau gaf; mijn moeder kwaad want die flesjes geraakten niet op en bovendien vond ze dat dat stonk; wij maar gniffelen…

Wat het Duits spreken betreft, Heidi, durf spreken! Ik merk ook bij veel van mijn cursisten dat ze het moeilijk hebben om die drempel over te geraken; het zal iets menselijks zijn zeker?

Tschüss!



Siebe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten